Het interieur van de 19e eeuwse katholieke kerk Onze Lieve Vrouwe Geboorte in Uitgeest gaat flink veranderen. Het kerkbestuur heeft hiervoor bij bisdom Haarlem-Amsterdam een machtiging aangevraagd en een vergunning bij onder andere de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Het project gaat circa €180.000 kosten. De parochie betaalt dit.
Nu zijn er 700 zitplaatsen, na verwijdering van de banken in de zijbeuken is het totaal teruggebracht naar 335 plaatsen. De reden is iets wat ook landelijk kerken teistert: de onomkeerbare leegloop. Het kerkbestuur in Uitgeest maakt het rijksmonument – sinds 2000 – klaar voor de nieuwe tijd, met bijvoorbeeld evenementen in Gods Huis.
Bestuursleden Teun Jonker en Cees Deijle onderstrepen ’dat het anders geen haalbare kaart meer is’. Jonker: “Tachtig procent van de kerken in Utrecht wordt gesloten of afgestoten. Uit de eredienst onttrokken, zoals dat heet. In 2017 waren er bij ons in een weekend gemiddeld nog maar 149 bezoekers.” Geboren Uitgeester Deijle: “Het is hard gegaan. In de jaren negentig moest je tijdens kerst voor de nachtmis nog dik van tevoren in de rij staan om een plekje te vergaren.”
De huidige locatie Langebuurt heette eerder Oostergeest. Daar stonden rond 1620 de twee huizen, met daarachter een schuilkerkje, van de vrome gezusters Annetje en Baafje Jacobsdochter, ook bekend als ’de klopjes’. Rondreizende priesters kregen er altijd onderdak, ze hoefden maar aan te kloppen. De naam van het parochiehuis (’De Klop’) verwijst ernaar.
De neogotische kruiskerk aan de Langebuurt is een ontwerp van architect Evert J. Margry (1841-1891), die het vak leerde van de beroemde Pieter Cuypers. De bouw begon in april 1883, duurde slechts zo’n tien maanden en kostte ruim 81.000 gulden. Het interieur is ’grotendeels oorspronkelijk bewaard gebleven’, stelt architect en monumentenadviseur Marcel Heijmans. De getogen Uitgeester – hij woont dichtbij de kerk – is door het bestuur in de arm genomen en deed uitgebreid interieurhistorisch onderzoek.
Het monument valt volgens hem vooral op door ’de kwaliteit van het ontwerp, de gaafheid van het exterieur en het rond 1925 verrijkte interieur’. Het laatste betrof onder meer de komst van ’gepolychromeerde (kleurrijke, TdL.) tegeltableaus nabij het ingangsportaal, in de transeptarmen en in de doopkapel’.
In de jaren zestig werd het priesterkoor uitgebreid. Het altaar kwam in het midden te staan zodat de priester nu met zijn gezicht naar de gelovigen stond, niet met zijn rug. Om dit mogelijk te maken, verdwenen drie rijen kerkbanken én ’de rijkversierde preekstoel die aan een van de vieringspilaren hing’. Sinds 2002 is een nieuwe dagkapel, met banken uit ’vermoedelijk’ de Petruskerk in IJmuiden die in 2000 grotendeels is gesloopt.
In 1964 waren er al 41 grenen banken overgekomen uit de Agathakerk in Beverwijk. De parochie met nog 2500 geregistreerde gelovigen staat voor de volgende ingreep, nu gaat het echter om het vóórtbestaan van het kerkgebouw. Het uitgangspunt is volgens Jonker en Deijle ’dat religieus erfgoed van iederéén is’. “Het is een wezenlijk onderdeel van het dorp, het is sfeerbepalend, het is een rijksmonument: we moeten het beter benutten. “Denk aan exposities, concerten en multiculturele activiteiten.”
Vorig jaar was er een loop door de kerk. “Uitnodigender maken, betrokkenheid met het dorp.” Banken in de zijbeuken gaan weg, zodat je binnen een omloop krijgt. In de Bonifatiuskerk in Zaandam – ontworpen door broer Albert Margry – is dit ook gedaan. De grote ingangdeuren permanent open; daarachter een glazen pui om de kerk in te kijken. “Meer open zijn, letterlijk
en figuurlijk.” De fundering is goed. Daarop komt een compleet nieuwe vloer met tegels van Belgisch hardsteen en er wordt een toiletgroep gebouwd.
De foto’s in dit artikel werden gemaakt door Studio Architectura. De foto van architect Evert J. Margry komt uit het familiearchief Margry.